Grootte, kleur en sfeer
Kaarsenhouders zijn er in alle kleuren en texturen. Een speels flikkerend vlammetje in een mooie kaarsenhouder, de lichten gedimd en goed gezelschap: het is de formule voor een gezellig avondje thuis.
De meeste mensen kiezen hun kaarsenhouders in functie van stijl en sfeer. Industrieel, klassiek, romantisch, Scandinavisch, modern, traditioneel … Welke trends en stijlen overheersen op sociale media? Maar het esthetische aspect mag niet de doorslaggevende factor zijn. Waar hou je best rekening mee als je een kaarsenhouder kiest?
Zorg dat de kaars voldoende zuurstof krijgt
Weet dat een kaars altijd zuurstof nodig heeft om te kunnen branden. De twee kunnen niet zonder elkaar. Als de kaarsenhouder dit niet toelaat kan de kaars simpelweg niet branden.
Maar wat gebeurt er als de kaars net niet genoeg zuurstof krijgt? In dat geval zal de kaars z’n hitte niet voldoende kunnen afgeven en loopt de temperatuur in de houder zelf te hoog op. Hierdoor kan de kaars gaan walmen, druipen en brandt hij niet op zoals het hoort. De combinatie van een slechte verbranding en een oververhitte buitenkant van de kaars in de houder, kan er zelfs voor zorgen dat de kaars gaat smelten.
Plaats kaarsen ook niet te dicht bij een andere hittebron, zoals een kachel. Ook in deze situatie krijgt de kaars te weinig zuurstof, waardoor hij kan druipen of zelfs smelten.
Het juiste materiaal: hout, glas of plastiek?
Op welk oppervlak zet je kaarsen best? Het antwoord is simpel: het materiaal mag niet brandbaar zijn. Vooral bij Clearlights is het belangrijk dat de onderkant niet te warm wordt. Zo niet, bestaat de kans dat de cup van de Clearlight zal smelten.
Denk je dat de bodem waarop de kaars brandt te warm wordt? Dan helpt het om een beetje zand op de bodem van de houder te leggen. Zo kan de kaars z’n hitte kwijt aan het zand. Ook steentjes zijn een optie, als de kaars stabiel kan blijven staan.
Zorg dat de kaars mooi rechtOP staat in de kaarsenhouder
Denk hierbij aan tafelkaarsen: je wil die mooie kandelaar gebruiken, maar de kaars is net ietsje te breed of te smal onderaan. Als de kaars iets te breed is kan je onderaan een beetje van de paraffine afschrapen. Is hij te smal, gebruik dan kaarsenpassingen. Zolang de kaars maar kaarsrecht staat in zijn houder.
Een tip: druip een beetje kaarsvet in de houder en plaats de tafelkaars hierop. De paraffine zal zich hechten aan de kaars zelf en vervolgens verharden. Hierdoor staat de kaars iets steviger.
Mijn kaars smelt in de houder, wat doe ik verkeerd?
Dit is een vaak voorkomend probleem bij hoge en smalle kaarsenhouders, maar ook bij windlichten.
Dankzij hun lange brandduur zijn cilinderkaarsen en rustieke kaarsen erg populair in windlichten. Een grote kaars in een kleine, slecht geventileerde ruimte voorspelt natuurlijk niet veel goeds. Het gevolg: een met wax besmeurd windlicht.
Ook hier krijgt de kaars te weinig zuurstof en loopt de temperatuur te hoog op, waardoor de kaars kan walmen en druipen.
Stem kaarsen en kaarsenhouders dus altijd goed op mekaar af en onthoud dat kaarsen voldoende zuurstof nodig hebben om optimaal te branden.
